Praktijkverhalen
Veel verschillende mensen werken mee in de aanpak ‘Grenzen stellen, perspectief bieden’. Voor welke organisatie u ook werkt, laat u vooral inspireren en motiveren door deze praktijkverhalen. Zodat we samen werken aan een veilige stad.
- Gezamenlijke aanpak plofkraken werpt zijn vruchten af
- Krachtenbundeling voor veiligheid
- Jongerenwerkers dagelijks actief op scholen en in de wijk
- Kapot Sterk lessen leren kinderen omgaan met groepsdruk en ronselpraktijken
- Vergunningplicht autobedrijven Bedrijventerrein Nieuw Overvecht werkt
- Terug in maatschappij dankzij voetbal
- Controle van de Utrechtse Money Transfer sector
Gezamenlijke aanpak plofkraken werpt zijn vruchten af
“Utrecht steekt tijd en moeite in opgepakte plofkrakers, en dat heeft effect: ‘Ze maken andere keuzes”. Zo luidt de kop boven een AD artikel over de grootschalige controle van garageboxen eind november. Garageboxen zijn aantrekkelijke plekken voor het verbergen van materialen voor het plegen van plofkraken, zoals explosieven-pakketten en gestolen auto’s. Daarom voert de gemeente binnen de aanpak plofkraken regelmatig controles uit. Met resultaat.
Zo vond er in het voorjaar van 2024 een grootschalige controle van garageboxen plaats in Overvecht. Daarbij werd een grote hoeveelheid materialen aangetroffen voor het plegen van plofkraken waaronder explosieven-pakketten en een snelle Audi. De toegenomen aandacht van de gemeente voor Utrechtse plofkrakers maakt tevens onderdeel uit van de gezamenlijke Utrechtse aanpak plofkraken. Er wordt veel geïnvesteerd in contact met (ex)gedetineerde plofkakers om een plan te maken om hen een beter perspectief na detentie te bieden. Weg uit de criminaliteit.
De gemeente werkt bij de aanpak plofkraken nauw samen met politie, het Openbaar Ministerie en het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC). Caspar Hermans, projectleider plofkraken bij RIEC is trots: “Samen met alle organisaties hebben we grotere groepen (vermeende) plofkrakers en bedrijven die (mogelijk) plofkraken faciliteren besproken en waar nodig en mogelijk interventies gedaan. Belangrijk doel is om het zogenoemde ‘bedrijfsproces’ om de plofkraak te kunnen voorbereiden en uit te voeren zo veel als mogelijk te verstoren. Zo hebben we het voor elkaar gekregen dat er fiscale controles zijn uitgevoerd bij autobedrijven van Duitse huurauto’s. Ook is er gestart met intensievere politiecontroles op Duits gekentekende huurauto’s. In 2024 hebben we ruim 100 controles uitgevoerd.”
Suzan van de Bovenkamp, opsporing districtsrecherche Stad-Utrecht, spreekt ook met waardering over de gezamenlijke aanpak en over het uitwisselen van kennis met Duitsland. Volledige controle op plofkraken is echter een utopie. “Het zijn er zó veel, ze vinden zó vaak plaats en de groepen plofkrakers wisselen zo vaak van samenstelling.” De aandacht voor malafide autobedrijven, garageboxen, verhuurbedrijven en Duitse huurauto's in Utrecht begint ook effect te sorteren.
”Herhaalde aandacht en het verstoren van het ‘bedrijfsproces” plofkraken helpt,” ziet ook Henriëtte van Ooijen, officier van justitie voor de aanpak plofkraken. Ze is blij met alle aandacht voor deze vorm van georganiseerde criminaliteit. Evenals met de celstraffen die in Duitsland zijn opgelegd aan een groep notoire plofkrakers.
De gemeente Utrecht biedt plofkrakers begeleiding en ondersteuning. Petra Riep ziet vanuit haar functie als coördinerend beleidsadviseur Detentie en Terugkeer ook een verandering, namelijk dat een aantal plofkrakers gemotiveerd is om te stoppen. Riep licht toe ‘Vanuit de gemeente zijn we sowieso al bezig met de begeleiding en ondersteuning van diegenen die vastzitten.
Bij de plofkrakers die vastzitten, zien we dat een deel echt gemotiveerd is om andere keuzes te maken en om uit de wereld van criminaliteit te komen. We zien ook dat dit ingewikkeld is. Vaak zijn deze jongeren opgegroeid in de criminaliteit. Deze wereld kennen ze van de straat, van vrienden en familie. Om andere keuzes te kunnen maken, is het nodig dat zij hun perspectief op de toekomst kunnen verbeteren. De begeleiding start al tijdens detentie (in het buitenland) en loopt door bij terugkeer in hun wijk. Om hun criminele carrières te doorbreken en te voorkomen dat nieuwe jongeren in de fuik van de criminaliteit terechtkomen, werken we met experts op het gebied van de persoonsgerichte aanpak. Samen met vele andere professionals uit de zorg- en veiligheidsketen zetten zij zich in voor een veilige leefomgeving voor jongeren.
Krachtenbundeling voor veiligheid
Stel, je hebt als professionals op het gebied van veiligheid verschillende specialiteiten, maar hetzelfde doel: (de drugs)criminaliteit onder jongeren verminderen. Wat is er dan logischer dan het bundelen van de krachten?
Dat is dan ook precies wat de gemeente Utrecht en de volwassen- en (jeugd)reclassering sinds enige tijd doen via het project Multidisciplinair Toezichtteam (MDT).
Samen met jongeren en jongvolwassenen tot 27 jaar aan de slag - grenzen stellen én perspectief te bieden. Dat is kort samengevat het doel van MDT. Klinkt eenvoudig, maar de weg daarnaar toe is vaak een ingewikkelde, weten teamleden Monique en Nico uit ervaring. Zij voert de persoonsgerichte aanpak (PGA) uit bij de gemeente, hij is in dienst bij Inforsa, een reclasseringsorganisatie die veel werkt met cliënten die te maken hebben met een verslaving en een misdrijf hebben gepleegd of daarvan worden verdacht. Samen brengen zij de wereld van veiligheid en zorg bij elkaar. De tandem maakt deel uit van een ‘combinatieteam’ met in totaal zo’n zes specialisten. Iedere twee weken komen ze voor overleg bij elkaar en als het nodig is worden daarnaast nog onderlinge ervaringen uitgewisseld.
Deuren gaan open
Monique en Nico werken intensief samen in Utrecht Noord. “In het team hebben we onze eigen taken en verantwoordelijkheden, maar we lopen samen op in plaats van te werken als twee poppetjes met ieder een eigen plan,” zegt Monique.
Deuren die voor de één worden dichtgeslagen, gaan voor de ander soms open. Nico: “Je hebt meer mogelijkheden om cliënten te bereiken, dat vind ik een groot voordeel van de samenwerking. Als iemand die we begeleiden bij ons bijvoorbeeld niet wil meewerken aan herstel van zijn verslaving en ook bekend is bij de PGA, kan de PGA-expert in gesprek met de jongere om deze alsnog te proberen deze te motiveren”. Monique vult aan: “Reclassering kan met de hamer slaan wanneer iemand zich niet aan de regels houdt. Ik heb beperkt toegang tot gegevens van justitie, maar heb weer meer kaas gegeten van de zorg en gemeentelijke interventies. We kunnen terugvallen op elkaars expertise.”
Voordelen voor cliënt
Ook voor cliënten heeft de samenwerking voordelen. Heel simpel al: afspraken met MDT zijn dichtbij huis, in de wijk. Maar ook: geen dubbele afspraken, minder gesprekken, meer duidelijkheid voor cliënten. En, belangrijker nog, de intensievere begeleiding. Nico: “Vanuit mijn rol ga ik bijvoorbeeld mee met een cliënt wanneer die een afspraak heeft over schuldhulpverlening. Maar als het handig is, kan Monique dat ook doen of gaan we samen mee. We kiezen voor de aanpak die het best past bij een cliënt.”
Dankzij budget uit de veiligheidsaanpak van de gemeente ‘Grenzen stellen, perspectief bieden’ heeft MDT de mogelijkheid om een stapje extra te zetten.
Soms gaat dat ook over hele praktische zaken zoals ondersteuning bij het aanvragen van een paspoort, een rijbewijs of het regelen van een OV-chipkaart die iemand nodig heeft om naar zijn werk te kunnen.” Nico: “Maar we kunnen ook meer tijd besteden aan een cliënt die dat nodig heeft, het is niet nodig om steeds op de klok te kijken.”
Informele ondersteuning
Die extra tijd is ook handig voor het betrekken van ‘informele’ hulptroepen, zoals gezinsleden of vrienden van een cliënt. Nico: “We kijken hoe we die op een positieve manier kunnen inzetten, dit natuurlijk altijd in overleg met jongere. Daar hebben we veel aandacht voor, want uit ervaring blijkt dat je zo betere resultaten boekt.” Monique: “Iedereen kan iets betekenen. We hebben een cliënt die voor alle afspraken met ons zijn vriendin meeneemt. Maar we maken ook gebruik van de Colosseum Gym een Utrechtse sportschool voor kickboksers. De coaches daar begrijpen onze cliënten, dus dat werkt heel goed.”
Een ander aandachtspunt is de overgang van jongere naar jongvolwassene, zo rond het achttiende jaar. Dan verandert er veel, zeker voor degenen die te maken hebben met justitie: het jeugdstrafrecht eindigt dan meestal, het toezicht door de reclassering verandert. Nico: “Iedere overgang brengt risico’s mee, continuïteit is dus belangrijk. Ik heb daarom al meegelopen met de jeugdreclassering zodat cliënten tijdig weten dat ik de nieuwe toezichthouder ben en niet worden verrast.”
Onderzoek proeftuin
MDT is inmiddels zo’n anderhalf jaar in de lucht als proeftuin. Intussen wordt onderzocht hoe vruchtbaar de aanpak is. Nico: “Het is lastig om de meerwaarde in keiharde cijfers te vangen, daarvoor zijn we ook te kort aan de slag. Maar ik vind dat we de kleine successen wel mogen vieren.”
Ze noemen het voorbeeld van een jongen bij wie het toezicht aanvankelijk niet goed werkte. Via MDT kreeg hij een behandeling om zijn middelengebruik in te tomen, werkte hij aan zijn financiële problemen en vond hij een dagbesteding. “We blijven hem nog monitoren, maar er zijn geen politiemutaties meer en hij werkt vrijwillig mee aan zijn verdere herstel. Misschien kunnen we hem loslaten.” Nico: “Dat is toch geweldig, daar doen we het voor.”
Wat hem betreft wordt het werkgebied van MDT dan ook uitgebreid. “Er komen soms aanmeldingen uit andere wijken dan waar we nu actief zijn, waarvan we denken: daar zouden we wel iets mee kunnen. Het zou mooi zijn als we in de héle stad kunnen werken, dat beschouw ik maar als een stip op de horizon.”
Om veiligheidsredenen zijn in het artikel niet de echte namen van de geïnterviewden gebruikt.
Jongerenwerkers dagelijks actief op scholen en in de wijk
Jongerenwerkers kunnen een belangrijke rol spelen bij het snel signaleren van risico’s en problemen op het gebied van een veilige leefomgeving van jongeren. Onze samenwerkingspartner Stichting JoU is er voor alle Utrechtse jongeren tussen de 10 en 23 jaar. Vooral voor diegenen die een steuntje in de rug nodig hebben. De jongerenwerkers kijken naar talenten en kansen en sluiten online, op straat en op school aan bij de leefwereld van jongeren.
De jongerenwerker is een vertrouwenspersoon voor de jongere en heeft een signalerende rol richting ouders en partners. Door hun nauwe contacten met jongeren weten ze met wie het niet goed gaat. Zij zien in een vroeg stadium mentale problemen, zoals somberheid en suïcidale gedachten. Zij herkennen de kwetsbare positie waardoor jongeren in de criminaliteit terecht kunnen komen. Door risico’s vroegtijdig te signaleren, deze bespreekbaar te maken met jongeren en steun te bieden, hebben jongerenwerkers een belangrijke rol in het voorkomen dat problemen groot worden.
JoU is aanwezig in alle Utrechtse wijken en op diverse scholen, zowel op basisscholen in samenwerking met Dock, als op scholen voor voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. De resultaten hiervan zijn positief. Bijvoorbeeld op een van de locaties van het ROC Midden Nederland. Hier zag men elementen van de straatcultuur in de school komen. Dit voelde niet voor alle studenten fijn en veilig. Ook vielen veel studenten uit, ook tijdens de stage. Het ROC Midden Nederland vroeg JoU om hier een bijdrage aan te leveren.
Inzet op het MBO
Vanuit het programma’ Grenzen stellen, perspectief bieden’ zijn jongerenwerkers actief op vier MBO’s in Utrecht. Daar dragen zij bij aan een positief pedagogisch klimaat. Hun bijdrage werkt preventief doordat schooluitval, incidenten en individuele problemen worden voorkomen of vroegtijdig opgepakt. Hoe dat er in de praktijk uitziet, is verschillend. De jongerenwerkers starten met een inventarisatie, kijken hoe de school georganiseerd is, ze spreken met docenten en andere medewerkers. Souad, jongerenwerker op het ROC Midden Nederland en projectcoördinator inzet jongerenwerkers op MBO vertelt hierover samen met Marlies Kamperman, programmamanager bij de opleiding Maatschappelijke Zorg & Sociaal Werk van het ROC Midden Nederland.
Souad: “Op het ROC Midden Nederland is er veel ondersteuning voor studenten, zoals het supportteam, het buurtteam en het financieel steunpunt. Ook worden er allerlei trainingen aangeboden zoals faalangsttraining en empowerment training. Studenten zijn hier alleen niet van op de hoogte of ze ervaren een grote drempel om hiervan gebruik te maken. Doordat wij een vertrouwensband met de studenten aangaan, kunnen wij hen ook begeleiden naar deze ondersteuning. We gaan zelfs mee, als ze het spannend vinden. Dit werkt heel goed.” Marlies vult aan: “De jongerenwerkers zijn voor de studenten ook rolmodellen. En daardoor lukt het de jongerenwerkers om hen naar de juiste hulp en ondersteuning toe te leiden.”
“Naast bovenstaande wilden we als opleiding Maatschappelijke Zorg & Sociaal Werk nog iets aanvullends met Stichting JOU ontwikkelen,” geeft Marlies aan. “We zien dat stage vinden en stage behouden een groot probleem is omdat het jongeren soms ontbreekt aan basale vaardigheden. Stagelopen is een cruciale voorwaarde voor het afronden van opleiding en het behalen van een startkwalificatie.” De jongerenwerkers hebben daarom samen met het ROC Midden Nederland en het Buurtteam, dat ook op de school actief is, drie verplichte trainingen voor 1e-jaars studenten ontwikkeld. Hierbij gaat het onder andere over het oefenen van sociale vaardigheden, zoals hoe presenteer je jezelf tijdens een sollicitatiegesprek, welke vragen kan je stellen, en hoe bespreek je iets met je stagebegeleider. Souad: "Sommige studenten weten niet hoe ze iets bespreekbaar kunnen maken . Als ze in hun stage ergens tegenaan lopen, zeggen ze er niets van tegen hun stagebegeleider. Tot er een keer iets gebeurt en de boel ontploft. En dan zijn ze vaak hun stage kwijt. Marlies licht toe: “Veel jongeren hebben deze vaardigheden niet van huis uit meekregen, dus het is heel belangrijk om hiermee op school te oefenen.”
Daarnaast noemt Souad nog een ander voordeel van de trainingen: “sommige studenten vielen ons al in de school op qua gedrag, maar als wij in de pauzes rondlopen kunnen jongeren ons nog ontlopen. In de trainingen kunnen ze dat niet en kunnen wij ze aanspreken op hun gedrag.” En deze begeleiding en het contact zetten zij ook buiten de school voort, want de jongerenwerkers komen dezelfde jongeren ook online en in de wijken waar zij werken tegen.
Kapot Sterk lessen leren kinderen omgaan met groepsdruk en verleidingen
Utrechtse jongeren komen soms al heel jong in aanraking met (drugs-)criminaliteit. Ze zien het op straat of in hun omgeving. Ze worden soms zonder het zelf te weten gevraagd mee te doen. De jongeren hebben mogelijk een romantisch beeld van het leven als drugscrimineel. De gemeente en veiligheidspartners willen met het onderwijsprogramma Kapot Sterk de jonge jeugd bewust maken van hoe je kunt omgaan met verleiding.
De lessen voor leerlingen van groep 7 en 8 ‘Kapot Sterk’ moeten hen ook weerbaarder maken en inzicht geven in wat de gevolgen zijn als je voor het criminele pad kiest. Ook leren de kinderen hoe om te gaan met groepsdruk. Kapot Sterk is vaak een eerste positieve kennismaking van kinderen met politie, OM en Halt.
Meer focus op risico's en kansen
Al 4 jaar krijgen leerlingen van Utrechtse basisscholen ‘Kapot Sterk’-lessen. In het schooljaar 2023-2024 werden de lessen op 25 scholen gegeven in 45 klassen aan in totaal 911 leerlingen. In schooljaar 2024-2025 volgen leerlingen van 20 à 25 scholen het lesprogramma. In interactieve lessen ontwikkelen leerlingen sociaal-emotionele vaardigheden zoals zelfbeheersing, zelfvertrouwen, empathie, probleemoplossend vermogen en veerkracht. De leerlingen krijgen vijf lessen van ongeveer een uur, verspreid over vier tot acht weken. Elke les behandelt een thema zoals eigen keuzes maken, omgaan met groepsdruk en het aangeven van grenzen. De leerlingen maken ook op een positieve manier kennis met onze ketenpartners politie, OM, Halt en Jongerenwerk Utrecht. Ook is er vanuit het programma aandacht voor ouders. Kapot Sterk wil hen bewust maken van de problematiek en laten zien wat je als ouder kunt doen. Deze aanpak helpt dus zowel leerlingen als hun sociale omgeving bij voorkomen van crimineel gedrag.
Meer wetenschappelijke inzichten
Nieuwe versie Kapot Sterk
Het programma is ontwikkeld door RIEC Midden-Nederland. Na een evaluatie heeft in 2024 het RIEC een nieuwe versie gemaakt. Hierin zijn recente wetenschappelijke inzichten over voorlichting verwerkt. De eerste 6 scholen draaien in het huidige schooljaar mee in een pilot met de nieuwe versie: Kapot Sterk 2.0. In het nieuwe lesprogramma ligt de focus nog meer op het bewustmaken van leerlingen over de risico’s van verkeerde keuzes en de kansen van goede keuzes. Vanaf schooljaar 2025-2026 deze vernieuwde versie gebruiken op alle basisscholen, waar we dit programma inzetten. De kansen en uitdagingen van het programma worden met het werkveld gedeeld in een podcast.
Luister naar de afleveringen op Spotify
Vergunningplicht autobedrijven Bedrijventerrein Nieuw Overvecht werkt
Op Bedrijventerrein Nieuw Overvecht (BTNO) werden in 2024 de positieve effecten merkbaar van de vergunningplicht voor autobedrijven. Deze bestuurlijke maatregel is sinds 2022 van kracht. De politie en gemeente zien dat er minder misstanden zijn op het bedrijventerrein. Dit blijkt ook uit de evaluatie van de vergunningplicht. Voor dit onderzoek organiseerden we onder andere 3 bijeenkomsten met ondernemers en leden van Ondernemersvereniging Nieuw Overvecht en Keurmerk Veilig Ondernemen.
Ondernemers geven aan dat de vergunningplicht het ondernemersklimaat op BTNO heeft verbeterd door een eerlijker speelveld te creëren, doordat malafide bedrijven worden geweerd. Bijna 80% van de ondernemers steunt een verlenging van de vergunningplicht. Burgemeester Sharon Dijksma is van plan deze maatregel met 3 jaar te verlengen. Dat zou betekenen dat ondernemers in de autobranche die zich hier nieuw willen vestigen ook ná 21 april 2025 een exploitatievergunning moeten aanvragen. Om de veiligheid en leefbaarheid in het gebied verder te vergroten richtten we onze inzet en communicatie in 2024 ook op het weerbaarder maken van ondernemers, werknemers en vastgoedeigenaren. We stimuleren mensen vooral melding te doen van verdachte of illegale situaties. We werken daarbij samen met Meld Misdaad Anoniem.
Nog steeds zorgen
Veel ondernemers op BTNO hebben hun zaken goed op orde. Maar er zijn nog steeds zorgen over crimineel gedrag en onbetrouwbare bedrijven binnen de autobranche. Deze sector is gevoelig voor criminele inmenging. Daarom werkten we in 2024 aan het verbeteren van de weerbaarheid van ondernemers. We voerden nog meer gesprekken dan andere jaren (179), ook om te horen hoe betrokkenen de vergunningplicht ervaren en welke effecten zij zien. Veel ondernemers zien de vergunningplicht als nuttig instrument. Wel zijn er verbeterpunten. Bijvoorbeeld de als complex ervaren aanvraagprocedure en administratieve lasten. Voor de toekomst adviseren ondernemers de gemeente om de vergunningplicht te verbreden naar alle bedrijven op BTNO, de communicatie en ondersteuning te verbeteren en de aanvraagprocedure te versnellen. Daarnaast vinden zij dat er ook andere problemen moeten worden aangepakt, zoals verkeersveiligheid en parkeerdruk.
“Criminele ondernemers krijgen de vergunning niet. Sommige garages doen aan witwassen – dat is niet goed. Dus het zorgt voor veiligheid.”
“Ik had liever gehad dat er iemand langs kwam, mij uitlegde wat er nodig is qua stukken, mij een termijn had gegeven, dan had ik alles in één keer kunnen leveren en was het veel sneller gegaan.”
“Nu hij er is zou het zonde zijn als hij zo snel weer wordt beëindigd, maar ik vind eigenlijk dat het voor alle bedrijven moet gelden.”
Actie en onderzoek
De gemeente was in 2024 vaker aanwezig op het bedrijventerrein. Zeker na incidenten. Twee weken nadat een illegale goklocatie werd ontdekt organiseerden we samen met Platform Veilig Ondernemen (PVO) een actiedag. We voerden 50 gesprekken met ondernemers rondom de illegale goklocatie en voor de evaluatie van de vergunningplicht namen we 33 vragenlijsten af bij ondernemers in de autobranche met een vergunning. Ook organiseerden we samen met de politie een controleactie gericht op garageboxen.
Samen met het Ondernemersloket nodigden we ondernemers uit in het Mobiel Media Lab van de politie. De 60 deelnemers leerden signalen van ondermijning herkennen en wat je tegen ondermijning kunt doen. We zetten ons lokale netwerk in om een online enquête over meldingsbereidheid onder de aandacht te brengen bij ondernemers, werknemers en vastgoedeigenaren. In totaal hebben 79 respondenten de online vragenlijst ingevuld, waarvan 34 een verkorte vragenlijst. 45 mensen hebben de onverkorte lijst ingevuld, waarvan 25 respondenten die we hadden benaderd voor een gesprek op locatie. Een belangrijke conclusie uit dit onderzoek is dat de intentie tot melden beduidend hoger ligt dan het daadwerkelijke meldgedrag. Redenen hiervoor zijn onzekerheid over waar en hoe te melden, angst om iemand vals te beschuldigen en het gevoel dat de criminaliteit hen niet persoonlijk raakt. Ook spelen vertrouwen in de overheid en het meldproces een rol. Er lijkt winst te behalen bij het vergroten van bewustzijn over de ernst van ondermijnende criminaliteit en het belang van melden, ook bij vermoedens. Met deze punten gaan we in 2025 verder aan de slag.
Terug in maatschappij dankzij voetbal
Gedetineerden die voetballen binnen de muren van de gevangenis om hun terugkeer in de maatschappij makkelijker te maken? Helemaal geen gek idee, blijkt uit de samenwerking tussen de penitentiaire inrichting Nieuwegein en FC Utrecht.
Voetballen stimuleert teamgevoel, zorgt voor discipline, vraagt om creativiteit. Allemaal eigenschappen die onmisbaar zijn voor het zelfstandig functioneren in de maatschappij. Logisch dus dat de PI Nieuwegein de bal laat rollen om gedetineerden te helpen bij hun terugkeer naar die maatschappij. Hoofd detentie en re-integratie Ed Deij ziet van dichtbij de positieve invloed van het project op de deelnemers, ook als je die beperkt tot de gevangenis zelf. “Gedetineerden doen vaak stoer en kunnen een grote bek hebben, maar vaak zijn ze onzeker en denken ze niet het beste van zichzelf. Deelnemers aan FC Utrecht Inside zijn niet alleen enthousiast, maar ook trots en dat is belangrijk voor iemand die vastzit”, zegt hij. “Ze krijgen een positiever zelfbeeld en gaan zich daardoor ook positiever gedragen. Dat heeft niet alleen invloed op henzelf, maar ook op de afdeling waar ze zitten.”
Europees project
FC Utrecht Inside is onderdeel van een Europees re-integratieproject waarin profclubs samenwerken met gevangenissen. In Nederland doen behalve FC Utrecht FC Emmen en ADO Den Haag mee, over de grens onder meer Bayer Leverkussen in Duitsland en Southampton in Engeland. Gedetineerden krijgen niet alleen voetbaltraining, het programma bevat ook onderdelen als het vergroten van de mentale weerbaarheid en sollicitatietrainingen. “Het gaat om vaardigheden die belangrijk zijn voor een succesvolle terugkeer in de samenleving. Het vinden van een baan is niet de grootste uitdaging, het vasthouden daarvan wel. Gedetineerden worden een beetje geleefd met een dagritme dat min of meer vaststaat. Werk vraagt om zelfredzaamheid en het kunnen voldoen aan allerlei eisen, daar hopen we ze met dit programma zo goed mogelijk op voor te bereiden.”
Onderlinge afstemming
Het trainingsprogramma duurt 12 weken, gedurende een periode van 3 jaar biedt de PI Nieuwegein dat in totaal 5 keer aan. “We werken niet alleen samen met FC Utrecht, maar ook met de gemeente Utrecht en de reclassering. Zij hebben soms al meer inzicht in het wel en wee van een gedetineerde dan wanneer die bij ons komt. Onderlinge afstemming is superbelangrijk. We proberen zo goed mogelijk alle informatie te delen om op één lijn te zitten, iedere miscommunicatie kan een gedetineerde benadelen.”
Niet iedereen die vastzit kan meedoen aan het programma. Soms verhindert het gepleegde delict deelname. Vervolgens is motivatie absoluut een voorwaarde, anders is de kans op succes praktisch uitgesloten. Tenslotte telt het moment van vrijlating mee, want wanneer iemand na deelname nog langere tijd vastzit, wordt re-integreren toch weer lastiger. “Ideaal is wanneer iemand zo snel mogelijk na deelname optimaal gemotiveerd weer de maatschappij in kan gaan.”
Zaadjes planten
De eerste gedetineerden hebben dat inmiddels gedaan, Ed Deij kan nog niet vertellen hoe het hun is vergaan. “Het zou mooi zijn als dat na afloop nog onderzocht gaat worden, ik ben ook nieuwgierig naar de resultaten van de projecten op andere plekken. Het is bijvoorbeeld de vraag hoelang alles wat de deelnemers leren beklijft. En het gaat natuurlijk om veel meer dan alleen het vinden van een baan. Een nieuw leven oppakken is ingewikkeld en het zal niet iedereen lukken. Vergelijk het maar met de natuur: met FC Utrecht Inside planten we zaadjes waarvan een deel opkomt en het zal redden. Ik hoop dat het er zoveel mogelijk zijn.”
Het uitgangspunt om alleen gedetineerden uit de stad Utrecht te laten meedoen aan het programma is verlaten: de groep was eigenlijk te klein. “Het maakte van de selectie wel een bijzonder lastige puzzel. We hebben het gebied dus uitgebreid naar de hele regio, ook om iets te betekenen voor gedetineerden die niet uit de stad komen.”
Extra inspanningen
Het 3e traject is net afgesloten met een wedstrijd tussen teams van gedetineerden en een delegatie van FC Utrecht, er volgen er nog 2. Vooralsnog gaat het om een pilot, volgend jaar neemt de Dienst Justitiële Inrichtingen een besluit over een mogelijk vervolg. “Het is een duur project en de uitvoering kost veel tijd en energie. Zo geef je gedetineerden binnen de gevangenismuren bijvoorbeeld meer ruimte en dat vraagt om extra inspanningen van de afdeling veiligheid. En met ruim 400 gedetineerden zitten we helemaal vol, de werkdruk is sowieso al hoog. Alle voor- en nadelen moeten we goed op een rij krijgen, maar als je het nu aan mij vraagt, gaan we door. Investeren in mensen die leren om vooruit te komen en een beter leven te leiden, is waardevol.”
Dat hoeft wat hem betreft niet per se in dezelfde vorm te zijn, met een hoofdrol voor voetbal. Met een lach: “Ik ben niet zo voetbal-minded. Maar serieus: we hebben ook trajecten en interventies waar je andere sporten bij zou kunnen gebruiken. En we zoeken eveneens naar mogelijkheden om gedetineerden hier meer ervaring met werken te laten opdoen. Daar zouden we misschien ook FC Utrecht bij kunnen betrekken.”
Controle van de Utrechtse Money Transfer sector
Bij de aanpak om criminele geldstromen te doorbreken heeft de gemeente medio 2023, en in de loop van 2024, meerdere bestuurlijke controles uitgevoerd in de Utrechtse Money Transfer-sector (MTO’s). Daarbij werden diverse misstanden waargenomen.
Inspecteurs van het Bestuurlijk Utrechts Interventieteam (BUIT) werden vooraf getraind door de Nederlandse Vereniging voor Geldtransferkantoren (NVGTK) in het herkennen van een afwijkende, potentieel malafide, bedrijfsvoering. Hierdoor waren zij konden zij misstanden goed herkennen.
Een voorbeeld van een onderneming waar meerdere misstanden werden aangetroffen betrof een belwinkel. Hier troffen de inspecteurs 20 identiteitsbewijzen aan. De ondernemer had geen passende verklaring. Het is een bekend gegeven dat ID-bewijzen worden misbruikt voor het verrichten van betalingen. De ware identiteit van de persoon die de transactie wil verrichten, blijft zo buiten beeld. De gemeente heeft de ID-bewijzen meegenomen en vernietigd. De onderneming is kort na de controle opgeheven en de ondernemer is vertrokken. De inspecteurs hebben hun waarnemingen ter plaatse gedeeld met de politie en De Belastingdienst. Met deze partijen werken we samen in het Regionaal Informatie en Expertisecentrum (RIEC) aan ondermijnende criminaliteit. Ook is een melding gedaan bij de toezichthouder, De Nederlandsche Bank (DNB). De politie en de toezichthouder onderzoeken de zaak nader.