3 vragen aan
Professionals uit het netwerk van het programma Grenzen Stellen, Perspectief Bieden (GSPB) geven antwoord op 3 vragen. Zo leert het GSPB-netwerk van elkaars ervaringen en inzichten bij de gezamenlijke aanpak van ondermijnende en maatschappij ontwrichtende effecten van drugscriminaliteit.
3 vragen aan Petro Mohansingh (Re-integratieofficier bij gemeente Utrecht)
Bijna 1 jaar lang volgde documentairemaker Julia von Graevenitz een jongere uit Overvecht; vanaf het einde van zijn detentie en de stappen die hij sindsdien heeft gemaakt. Het leverde een indringende documentaire op die inzicht geeft in de gecompliceerde en moeizame weg terug na detentie. Onze collega Petro begeleidt deze jongere vanuit zijn rol als Re-integratieofficier. We vragen hem over zijn functie in deze editie van 3 vragen aan.
In mijn rol als Re-integratieofficier (RIO) bij het programma Detentie & Terugkeer (D&T) start ik al tijdens de detentie met de begeleiding van personen die later terugkeren in de samenleving. Daarbij richt ik mij niet alleen op het praktische aspect van re-integratie zoals, schulden, huisvesting en werk. Het gaat ook om zingeving, het vergroten van motivatie om andere keuzes te maken en het zoeken naar (verborgen) talenten van de gedetineerden. Het uiteindelijke doel is hen te leiden naar een zinvolle dagbesteding waarin zij hun talenten kwijt kunnen. Daarmee verbetert hun perspectief, en dat draagt bij aan het verbeteren van de veiligheid. Door de intensieve persoonlijke begeleiding leveren we een bijdrage aan een stabiele terugkeer in onze stad. De kern van mijn werk is het bouwen aan vertrouwen, zodat de gedetineerde zich gehoord en gesteund voelt bij hun terugkeer naar de samenleving.
In de begeleiding werken we nauw samen met een breed scala aan partners, waaronder verschillende justitiële inrichtingen, de drie reclasseringsorganisaties (3RO), politie, zorgpartners, woningcorporaties en verschillende gemeentelijke organisatieonderdelen zoals Werk & Inkomen (W&I). Een mooi voorbeeld, waarbij de kracht van deze samenwerking naar voren kwam, was een jongvolwassene die uit detentie kwam en waar het voor gelukt is om direct aansluitend aan detentie een bijstandsuitkering en de schuldhulpverlening op te starten. Daarmee kreeg hij financiële stabiliteit. Nu zijn we bezig om vanuit die stabiliteit toe te werken naar een baan. En inmiddels heeft deze jongere ook onderdak. Door deze snelle en gecoördineerde acties zorgen we ervoor dat de kans op terugval in de criminaliteit aanzienlijk is verkleind. Dit voorbeeld onderstreept hoe essentieel samenwerking is om de re-integratie van ex-gedetineerden succesvol te maken.
Wat indruk op mij heeft gemaakt, is dat ik merk hoe belangrijk het is om al vroeg tijdens het detentieproces in contact te zijn met de gedetineerde. Dit werd voor mij bevestigd tijdens de begeleiding van een jongvolwassene binnen het traject. Door al tijdens de detentie intensief samen te werken en te investeren zijn talenten en motivatie, kon de jongvolwassene zijn leven na detentie daadwerkelijk ombuigen. Dit bevestigde voor mij dat het mogelijk is om op die manier een positieve bijdrage te leveren aan zowel de re-integratie van de (ex-)gedetineerde als aan de veiligheid van de samenleving.
Caspar Hermans (projectleider RIEC)
Wat doet u in deze functie om Utrecht veiliger te maken?
"Mijn opdracht is om regionaal de integrale aanpak op zware criminele groepen te trekken. Concreet project is een integrale aanpak op plofkraken die afgelopen november is gestart."
De collega’s die een directe bijdrage leveren aan het veiliger maken van Utrecht zijn de jeugdreclasseerders. Iedere dag staan zij samen met de ketenpartners in contact met jongeren in de focuswijken om te voorkomen dat deze jongeren verder de criminaliteit/georganiseerde misdaad in gaan.
Met wie werkt u samen en heeft u een voorbeeld wat deze samenwerking oplevert?
"We werken samen in een groep met het basisteam Utrecht Noord, de districtsrecherche en het plofkrakenteam van de regionale recherche, bestuurskundigen en mensen van de informatieorganisatie; de belastingdienst, de Fiod en de gemeente Utrecht: team ondermijning en het zorg- en veiligheidshuis. Het RIEC ondersteunt dit met mij, een projectassistent en een analist. We hebben onze eerste casus net (min of meer) afgerond. We hebben bijvoorbeeld interventies afgestemd en uitgevoerd op een faciliterend bedrijf. Daarnaast hebben we een fenomeenaanpak ontwikkeld op Duitse huurauto’s en garageboxen. Een grote actie eind april was het eerste zichtbare gevolg daarvan.
Maar het mooiste effect vind ik de toenemende onderlinge ‘empathie’ ten aanzien van elkaars (kern)taak binnen de projectgroep. Dat het denken in eigen belangen samenvloeit met werken voor het gezamenlijke belang. Dat is wezenlijk en wil je ook op de langere termijn volhouden."
Is er een specifiek moment of specifieke persoon geweest waardoor u tot nieuw inzicht kwam; iets of iemand dat/die verandering ingang zette?
"Er zijn 2 momenten die ik wil noemen. Persoonlijk: als 17-jarige wielerjunior was ik in een groepstraining eerder afgedraaid naar huis. Het was hondenweer! Meteen werd ik thuis gebeld en er stevig op aangesproken door mijn trainer, oud-wielerprof Jan Hugens. Hard werken, doorzetten bij tegenwind en je niet laten ontmoedigen zit er stevig ingebakken sindsdien én is hard nodig als je in dit werkveld actief bent.
In het vakgebied: in een aanpak in Amsterdam had ik een bepalend gesprek met Virgil Tevreden van de Stichting Jongeren Die het Kunnen. Hij zei: hulp en bevorderen van uitstappen (uit het milieu) is kansloos als jij de vrijheid en de macht van de grotere boeven - waar de jongere jongens naar luisteren - niet tegelijkertijd langs allerlei kanten insnoert. En precies zo ging het ook."
3 vragen aan Rob Spaan (regiomanager Samen Veilig Midden Nederland)
"Ik ben onder andere verantwoordelijk voor de afdeling jeugdreclassering en daarmee ook verantwoordelijk om onze bijdrage aan het programma GSPB-vorm te geven. De collega’s die een directe bijdrage leveren aan het veiliger maken van Utrecht zijn de jeugdreclasseerders. Iedere dag staan zij samen met de ketenpartners in contact met jongeren in de focuswijken om te voorkomen dat deze jongeren verder de criminaliteit/georganiseerde misdaad in gaan."
"Delict gedrag van jeugdigen kunnen wij niet los zien van hun gezins- en sociale omgeving waarin jeugdigen opgroeien. Door onze positie binnen de GI’s als enige strafketenpartner tentakels in het sociale en jeugddomein. En daarmee toegang tot gezinnen waar zorgen zijn. De jeugdreclassering werkt systeem- en contextgericht, wat betekent dat we de jeugdige niet alleen bezien vanuit zijn gepleegde delict, maar vanuit de brede context waarop risicofactoren een rol spelen in het leven van de jeugdige. Hierdoor is de jeugdreclasseerder niet enkel uitvoerder van het opgelegde toezicht, maar is vooral ook een professional die met forensische én pedagogische expertise intervenieert in de opvoed-, opgroei en sociale leefwereld van jeugdigen en hun gezinnen.
Mijn taak is vooral te zorgen dat de jeugdreclasseerders goed gefaciliteerd worden om hun werk te kunnen doen. Dat betekent goede voorzieningen, ondersteuning en onderhoud/uitbreiding van hun specifieke expertise."
Goed faciliteren betekent ook zorgen voor een nauwe samenwerking met betrokken ketenpartners. Binnen het GSPB werken we nauw samen met de betrokken partners om alle beschikbare expertise goed op elkaar af te stemmen om tot zinvolle interventies te komen waar de jeugdigen baat bij hebben."
Met wie werkt u samen en hebt u een voorbeeld wat deze samenwerking oplevert?
"Uiteraard werken wij nauw samen met de jeugdreclasseerders van Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering en de William Schrikker Stichting. Zij leveren voor hun doelgroep specifieke expertise en ondersteunen we elkaar waar nodig.
Dagelijks zijn er vele partners met wie wij samenwerken, PGA-experts (Persoonsgericht Aanpak), in het zorg en veiligheidshuis, Raad voor de Kinderbescherming, politie, openbaar ministerie, gemeentelijke partners b.v. Multidisicplinair Team (MDT), Extreem Overlastgevende Criminele Families (EOCF), Regionaal Informatie- en Expertise Centrum Midden-Nederland (RIEC) en lokale partners.
Zo dragen we niet alleen bij door goed samen te werken binnen de casuïstiek maar leveren we ook een actieve bijdrage aan het ontwikkelen van nieuwe methodes. Denk aan het MDT, een initiatief van de Reclassering Nederland waar voor de -18 jaar groep expertise leveren, methode aanpak EOCF, samenwerking met het RIEC in het project kapot sterk ect.
Voor mij is het belangrijkst dat we binnen dit programma de diverse projectleiders, alle partners aan elkaar hebben weten te verbinden. Er is gezamenlijkheid om expertise te delen, deze van elkaar te erkennen en te waarderen."
Is er een specifiek moment of specifieke persoon geweest waardoor u tot nieuw inzicht kwam; iets of iemand dat/die verandering ingang zette?
"Ik weet niet of er een specifiek moment of persoon was. In de strafketen was er al sprake van samenwerking en gebruik maken van ieders expertise. Wel vind ik dat het programma GSPB deze samenwerking verder heeft aangejaagd en ook veel partners zichtbaarder heeft gemaakt.
Als ik toch een moment moet noemen van eigenlijk de start van om te komen tot een subsidieaanvraag. De zeer korte lijnen met de gemeentelijke collega’s, de drive en betrokkenheid die ik aan trof inspireerde mij enorm. En ook alle voorbereidende en lopende bijeenkomsten met de partners die inspirerend en verbindend zijn. Ik ervaar dat niemand ervoor zichzelf of zijn moederorganisatie bezig is. Alle focus ligt bij onze gezamenlijke opdracht het veiliger maken nu en in de toekomst van de stad Utrecht."